Oefening rood: Speler blauw start met een gecontroleerde flats richting speler geel. Speler geel laat de bal met een schijn expres lopen, zodat de bal bij speler rood in de stick komt. Die kaatst de bal terug op de ingelopen speler geel die aanneemt en afrondt (maakt een snelle draaibeweging).Oefening oranje: Blauw start met een 2 tegen 1 op verdediger rood. Op het moment dat blauw de eerste bal breed speelt, start de tweede verdediger bij de witte pion. Als blauw snel is blijft het dus een 2 tegen 1. Zo niet, dan wordt het een 2 tegen 2.Oefening blauw: Partijtje op 2 schuine doelen. Let goed op de verleggingen.
- In week 6 t/m 11 ligt de focus op de aanvallende skills van de spelers. De oefeningen zullen daarop aangepast worden.- Als je merkt dat kinderen verveelt raken, probeer de oefening dan zelf uitdagender te maken. - Probeer bij iedere spelvorm (dus met partijtjes en balbezit) de 3 seconderegel in te voeren. Dus de spelers hebben max. 3 seconde om de bal te nemen, anders gaat hij naar de tegenpartij. Dit dwingt ze om sneller te handelen.
This practice has no coaching points
This practice has no progressions
How did the Modern Olympics originally begin and why are they so culturally significant today?
The Professionalisation of Netball is changing the game. Here is how it is helping to develop the sport.
Scoring more goals is often the key to victory in netball. Here's how Sportplan can help you achieve this.